Ouderen zijn vitaler, leven langer en willen vaak zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Dit heeft uiteraard gevolgen voor de woningmarkt. Volgens experts is het tijd dat de overheid, gemeenten, hypotheekverstrekkers en senioren zelf initiatief nemen.
“Ouderen willen graag thuis blijven wonen en het beleid van het kabinet is daar ook passend voor”, vertelt Renée de Vries van de Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen (ANBO). Het kabinet Rutte 3 legt in het nieuwe regeerakkoord volgens De Vries veel verantwoordelijkheid bij gemeenten.
“Met de nieuwe Omgevingswet krijgen gemeenten meer verantwoordelijkheden, meer instrumenten en meer vrijheid in het ruimtelijk beleid en het woonbeleid. Dat biedt mogelijkheden tot regionaal en lokaal maatwerk”, aldus De Vries. Gemeenten kunnen zo meer invloed uitoefenen op de omvang, de samenstelling en kwaliteit van de woningbouw. Maar ze signaleert ook dat veel gemeenten geen helder beeld hebben van de demografie van hun bewoners.
“De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zorgt ervoor dat iedereen zo lang mogelijk zelfstandig kan blijven wonen. En er is een blijversregeling, vergelijkbaar met de starterslening. Dat is een lening met gunstige financiële voorwaarden. Het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn) moet daarvoor tot zaken komen met de gemeenten. Zij willen wel, maar het blijft toch vaak liggen.”
Meer
De Vries: “Het vorige kabinet had meer moeten doen, de bal ligt nu bij het huidige kabinet. Zij moeten zorgen voor betere omstandigheden en meer mogelijkheden voor de senioren. De bouwregelgeving staat dat nu nog vaak in de weg.” Volgens De Vries denken veel senioren niet ver vooruit. Zo houden ze vaak geen rekening met de gezondheidsproblemen die zich bij veel mensen op latere leeftijd voordoen. Ze denken dan dat hun gezondheid beter is dan die daadwerkelijk is.
Desirée van der Jagt van Bouwend Nederland onderschrijft dit. “We constateren een verschil in generaties. De huidige generatie ouderen heeft zich minder voorbereid. Daardoor zijn aanpassingen aan hun woningen vaak acute haastklussen of moeten mensen noodgedwongen alsnog verhuizen.”
Volgens onderzoek van de stichting Zilver Wonen heeft drie kwart van de 70-plussers nog geen enkel initiatief genomen om langer zelfstandig te kunnen blijven wonen. Ze hebben geen informatie ingewonnen over aanpassingen in huis of vinden het nog te vroeg om hierover na te denken.
Babyboomers
De generatie babyboomers gaat daar volgens Van der Jagt heel anders mee om. “Deze generatie is bezig te anticiperen op hun mogelijke zorgvraag. Een deel van die generatie verhuist naar een appartement dat gemakkelijk is aan te passen of al is aangepast. Of ze passen hun huidige woningen op tijd aan. Deze generatie heeft het huis vaak al afbetaald en heeft de middelen om de aanpassingen uit te laten voeren.”
“Als je kijkt naar aanpassingen in huidige woningen, dan moet je vooral denken aan het aanpassen van de plattegrond van de badkamer”, zegt Van der Jagt. “Bij verdergaande aanpassingen van bestaande woningen gaat het, naast kleinere ingrepen zoals het verwijderen van drempels, bijvoorbeeld om het aanbrengen van een toilet op de bovenverdieping als een oudere nog in staat is naar boven te gaan. Of het aanbrengen van een traplift en het plaatsen van een aanbouw aan de woning, met daarin een slaap- en badkamer. De huidige generatie ouderen heeft zich minder voorbereid en heeft daar over het algemeen het geld ook niet voor.”
Financiering
Het probleem ontstaat vaak bij de financiering van een verbouwing of nieuwe woning. Bij veel senioren zit het geld in de stenen. De hypotheek is grotendeels, of misschien zelfs wel helemaal, afgelost. Maar de eigenaar kan niet bij dat geld.
Een stel dat samenwoont en de AOW-leeftijd heeft, ontvangt momenteel een AOW van netto maximaal 757,80 euro per persoon. Het is moeilijk om op dat bedrag een hypotheek af te sluiten. Ze zitten dan vast in hun eigen huis, omdat het afbetaalde deel van de woning niet wordt meegeteld bij hun inkomen. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft hiervoor een oplossing gecreëerd. De toezichthouder heeft bepaald dat als er sprake is van voldoende overwaarde, het pensioeninkomen op lange termijn stabiel is en er verder geen grote risico’s zijn, de geldverstrekker mag afwijken van die inkomensnormen. Maar veel hypotheekverstrekkers maken geen gebruik van deze mogelijkheden. Het is voor aanbieders van hypotheken arbeidsintensiever dan een standaardaanvraag en bovendien is het risico iets groter.
Voorbereiding
“Mensen zouden zich eerder moeten voorbereiden op hun woonsituatie op latere leeftijd. Zeker als ze met pensioen gaan. Dat is een goed moment om bewuste keuzes te maken. Denk na over wat je wilt en begin met sparen”, adviseert De Vries van ANBO.
“Kun je naar je huidige woning kijken zonder emoties? Als mensen al dertig jaar in hetzelfde huis wonen, hun kinderen daar grootgebracht hebben, dan willen ze liever niet weg. Maar de woning moet wel passend zijn voor de levensfase. Emoties staan dat in de weg.” Ze erkent dat sparen op latere leeftijd moeilijker wordt, omdat het inkomen vaak daalt. En mensen sparen vaak wel voor een appeltje voor de dorst, maar willen het liever niet uitgeven aan een noodzakelijke aanpassing van de woning.
“Op het moment dat ouderen gaan verhuizen, ontstaat er doorstroom. De regelgeving zorgt voor een stagnatie van die doorstroom”, weet De Vries. “Je mag van het kabinet verwachten dat ze helpen om die doorstroom op gang te krijgen. Maar de senioren moeten wel de mogelijkheid krijgen om te kunnen verhuizen als ze dat willen.”
Beleid
Volgens De Vries ligt het initiatief bij beleidsmakers: “Als het beleid duidelijk is, kan het gemeentelijk bestuur aan de slag met de productie van seniorenwoningen.” Het gaat zowel om de bouw van nieuwe woningen als om het geschikt maken van bestaande huizen. Ze pleit allereerst voor meer inzicht in de specifieke woonbehoeften van senioren. Als gemeenten niet weten wat er nodig is, dan kunnen ze daar ook geen beleid op maken.
Ook zouden er meer maatregelen moeten komen die innovatie stimuleren, meent De Vries. Als een paar mensen willen samenwonen, omdat ze bevriend zijn en dezelfde zorg nodig hebben, moet dat mogelijk gemaakt worden. Verder moeten senioren wat haar betreft in een sociale omgeving kunnen wonen. Zo ga je eenzaamheid tegen en kun je de zorgkosten beter verdelen. En tot slot zouden senioren volgens De Vries zelf ook moeten nadenken over wat ze willen en zich daarop voorbereiden. Zoek een adviseur en ga sparen.
Toekomst
De trend is dat ouderen langer thuis blijven wonen. In 2040 zal zo’n 26 procent van de bevolking 65-plusser zijn. Daarvan zal een derde ouder zijn dan tachtig jaar. Het aandeel eenpersoonshuishoudens zal door de vergrijzing ook gaan toenemen.
Het draait om een strategische keuze, zegt Van der Jagt: “Blijf ik wonen in mijn huidige woning en zorg ik dat deze geschikt is als ik zorg nodig heb of ga ik verhuizen? Op deze wijze kunnen mensen zich ruim op tijd voorbereiden. Voor de meeste mensen, is een belangrijke afweging daarbij hoe sterk ze zijn gehecht aan het kunnen blijven wonen in een bepaalde omgeving of wijk waar zij ook een sociaal netwerk hebben.”
“Ook constateren we dat op termijn de vraag naar grondgebonden gelijkvloerse woningen met een tuintje zal toenemen. Dit zijn relatief dure woningen en deze worden tot nu toe ook te weinig gebouwd. Gezien het tekort aan bouwlocaties is het ook makkelijker om op die gronden meergezinswoningen te bouwen.”
Het woningtekort is er en dat tekort loopt ook jaarlijks op. Maar er is niet alleen een tekort aan seniorenwoningen, benadrukt Van der Jagt: “Vooral onder de generatie babyboomers zal de vraag groot zijn, daarna zal de vraag weer afnemen. Als bouwers moeten we ons dus afvragen hoe we met die tijdelijke vraag omgaan.”
“De minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren is ook bezig met de woonagenda’s lokaal en regionaal in te vullen. Het zou goed zijn om levensloopbestendige woningen daar specifiek in te benoemen.”
Bron: NU.nl