Er is een groot tekort aan seniorenwoningen in de sociale huursector. Door nieuwe toewijzingsregels voor woningcorporaties is voor minimaal een kwart van de woningzoekende ouderen die recht hebben op huurtoeslag niets beschikbaar. Dat blijkt uit de uitzending van De Monitor (KRO-NCRV). Minister Blok (Wonen) is niet van plan om de knellende huurregels te versoepelen, laat hij aan De Monitor weten. We spreken met Blok voor het dossier Huurdersproblemen.
De Monitor analyseerde samen met onderzoeksbureau Companen, gespecialiseerd in de woningmarkt, de gevolgen van het tekort aan seniorenwoningen. Kwetsbare ouderen moeten hierdoor in hun woning blijven wonen terwijl die vaak niet of nauwelijks is aangepast. Dit zorgt voor onveilige situaties en verhoogt de kans op valpartijen.
Sinds januari moeten huishoudens met een laag inkomen verplicht in goedkope woningen worden geplaatst, het zogenoemde ‘passend toewijzen’. Deze groep, waaronder veel senioren, kan alleen nog inschrijven op het goedkope segment huurwoningen tot 586 euro per maand. Daarvan komen er jaarlijks 11.000 vrij. Maar volgens de meest recente cijfers zijn er per jaar tussen de 15.000 en 20.000 van deze woningen nodig. Voor minimaal een kwart is dus geen woning beschikbaar. De lange wachttijd voor een seniorenwoning staat haaks op het beleid van de overheid om ouderen langer thuis te laten wonen in een geschikte seniorenwoning.
‘Woningaanbod met de dag kleiner’
Met de invoering van de nieuwe toewijzingsregels wil de overheid voorkomen dat zij veel huurtoeslag moet betalen aan mensen met een laag inkomen en een hoge huur. Een logische gedachte, maar de regels pakken slecht uit voor senioren. Sinds ‘passend toewijzen’ werd ingevoerd verdween het woningaanbod ‘als sneeuw voor de zon’, zo vertellen senioren op zoek naar een gelijkvloerse woning. Het effect van passend toewijzen is namelijk dat veel ouderen moeten concurreren op de krappe markt van woningen tot 586 euro. Na 6,5 jaar zoeken constateren zij: ‘Het aanbod lijkt met de dag kleiner te worden’ omdat zij niet meer mogen reageren op woningen die ‘een paar tientjes duurder zijn’.
Zorgwoningen
De situatie is het meest nijpend bij ouderen die een zorgwoning nodig hebben; een zelfstandige woning vaak grenzend aan een wooncomplex waar intensieve zorg voorhanden is. Veel van deze woningen hebben door de extra voorzieningen een huur boven de 586 euro per maand. Zelfs in situaties waar het onverantwoord is om nog thuis te wonen, gaan vrijgekomen woningen aan hun neus voorbij. In sommige gevallen zelfs omdat de zorgwoning een paar euro duurder is dan de woningen waarop zij wél mogen reageren.
Wel vermogen, geen huurwoning
De regels pakken vooral slecht uit voor ouderen met een laag jaarinkomen, maar die wel vermogen hebben uit de verkoop van hun huis. Zij willen en kunnen vaak een duurdere corporatiewoning huren, maar mogen dat niet omdat hun vermogen niet wordt meegeteld bij hun jaarinkomen. Deze groep moet dus ongewild concurreren met de groep ouderen met een laag inkomen zonder vermogen.
Minister Blok: corporaties niet oppotten maar investeren
Minister Blok legt de verantwoordelijkheid voor het probleem bij de woningcorporaties. Hij vindt dat zij veel meer betaalbare woningen moeten bouwen. Blok: ‘Corporaties hadden het afgelopen jaar 5,5 miljard ruimte, hoeveel ruimte heb je nodig om je werk goed te doen?’ Ook is Blok van mening dat corporaties de huren moeten laten zakken tot 586 euro, zodat ouderen met een laag inkomen ook in aanmerking komen voor woningen die nu te duur zijn. Volgens de woningcorporaties gaat de minister veel te kort door de bocht. Zij zeggen niet de financiële ruimte te hebben om op grote schaal de huren te verlagen en om op korte termijn voldoende seniorenwoningen te bouwen om het woningtekort op te lossen. De corporaties vinden dat minister Blok soepeler moet omgaan met de nieuwe huurregels.